Welke factoren beïnvloeden individuele houdingen ten opzichte van migranten? Tijdens een webinar van Migration Policy Centre gaven drie onderzoekers antwoord op deze vraag. Ze gingen ook in op de invloed van economische factoren en de rol van culturele waarden.
Op 19 mei 2021 organiseerde het Migration Policy Centre (MPC) het webinar ‘Public attitudes towards immigration and immigrants: what are the factors affecting them and what can we do about it?” Hierin vertelden drie MPC-onderzoekers over hun onderzoeken naar de factoren die de publieke opinie over migratie beïnvloeden. De webinar is opgenomen en kun je hier terugkijken. In dit artikel lees je de belangrijkste inzichten uit de onderzoeken van de drie sprekers.
Politiek en demografie
De eerste spreker is Lenka Drazanová. Uit haar onderzoek blijkt dat politieke oriëntatie invloed heeft op de houding over migratie. Hierbij geldt dat meer rechtse personen vaker anti-migratiestandpunten hebben. Verder is het van invloed of iemand in een stad of op het platteland woont: hoe minder contact er is met minderheidsgroepen, door het karakter van de leefomgeving, hoe minder positief de houding over migratie is. Op het niveau van een land is de verhouding tussen migranten en niet-migranten belangrijk: landen waarin naar verhouding minder migranten wonen, zijn volgens Lenka vaak meer anti-migratie.
Vaak wordt gedacht dat demografische factoren, zoals leeftijd en opleidingsniveau, die de houding over migratie beïnvloeden. Volgens Drazanová is dat in zekere zin waar: hoger opgeleide mensen zijn meer pro-migratie, oudere mensen zijn vaker anti-migratie. Maar volgens Drazanová is het niet zo eenduidig als het lijkt. Deze factoren zijn erg contextafhankelijk en de resultaten zijn niet altijd in de verwachte richtingen. Veel onderzoek richt zich op Europa en de Verenigde Staten, waar een hoger opleidingsniveau verbonden is aan meer positieve houdingen tegenover migratie, maar dit geldt niet voor andere delen van de wereld.
Migranten als economische bedreiging
Ook economische factoren, zoals het BBP per inwoner en werkloosheidscijfers, beïnvloeden de houding over migratie: een lager BBP en hogere werkloosheidscijfers leiden tot meer anti-migratie opvattingen. De tweede spreker op dit webinar, Jerome Gonnot, ging in op de economische factoren die de houding ten aanzien van migratie beïnvloeden.
Gonnot maakt in zijn presentatie duidelijk dat hierbij twee verschillende mechanismen aan het werk zijn. Het eerste is ‘competitie op de arbeidsmarkt’: sommigen zien migranten als concurrenten op de arbeidsmarkt en zijn bang dat zij zelf geen baan kunnen vinden. Daarom is men meer positiever tegenover migratie wanneer migranten niet dezelfde vaardigheden hebben als zijzelf, maar juist een aanvulling kunnen zijn daarop.
Het tweede economische mechanisme is ‘bedreiging voor de welvaart’. Hierbij noemt Gonnot twee scenario’s waar mensen bang voor kunnen zijn: migranten hebben een negatief effect op de uitkeringen van niet-migranten én de belasting gaat omhoog om toenemende uitkeringen te ondersteunen. Deze scenario’s zorgen er volgens Gonnot voor dat mensen met een hoog inkomen een negatievere houding over migratie hebben: zij zijn bang dat migranten met lage vaardigheden ervoor zorgen dat de belasting omhooggaat.
Het onderzoek van Gonnot laat zien dat de mechanismen elkaar tegenwerken: aan de ene kant zijn mensen met een hoog inkomen positiever over migranten met lage vaardigheden, omdat zij geen bedreiging vormen voor hun eigen werkgelegenheid. Aan de andere kant zijn mensen met een hoog inkomen juist negatiever over migranten met lage vaardigheden, omdat zij bang zijn dat zij veel belasting moeten gaan betalen voor de uitkeringen van de migranten.
Culturele waarden en wereldbeeld
De culturele waarden en het wereldbeeld van individuen hebben een grote invloed op de houding tegenover migratie. Dit is een belangrijke conclusie uit een onderzoek van Karen Hargrave, de derde spreker tijdens het webinar. Zij spreekt over ‘attitudinal segmentation’, onderzoek dat mensen indeelt in segmenten op basis van hun houding over verschillende onderwerpen, waaronder migratie, maar ook bijvoorbeeld multiculturaliteit, of diversiteit. Onderzoek uit verschillende landen laat zien dat mensen zijn in te delen in een groep die vijandig (closed) tegenover migratie staat, een groep die er positief (open) tegenover staat, en een middengroep met een meer ambivalente houding (middle) tegenover migratie.
Over het algemeen zijn mensen positiever over migranten die ongeveer dezelfde culturele waarden hebben als zijzelf. Daarnaast staan mensen ook positiever tegenover vluchtelingen dan andere migranten. Hargrave stipt ook aan dat de groepen die aan het uitersten van de polen staan veel kleiner zijn dan de middengroep. Dit baseert zij op onderzoek uit zes landen. De figuur hieronder brengt de omvang in beeld van het open, middle en closed segment in de samenleving.
Coronacrisis als kans
Afsluitend geeft Hargrave een aantal aanbevelingen voor de toekomst. De eerste aanbeveling is om meer onderzoek te doen op globaal niveau, met een focus op lage- en middeninkomenslanden. Daarnaast is het volgens Hargrave belangrijk om de samenwerking en dialoog met beleidsmakers op te zoeken en te versterken.
Een focus op kernwaarden van je doelgroep is ook van belang: uit haar onderzoek is gebleken dat de houding tegenover migratie op een fundamentele manier wordt beïnvloed door iemands waarden en wereldbeeld. Als laatste stelt Hargrave voor om de coronacrisis te gebruiken als een manier om de dialoog te verplaatsen naar de vaardigheden van migranten en de manieren waarop zij kunnen bijdragen aan de economie en maatschappij.
Over het Migration Policy Centre
Het Migration Policy Centre maakt deel uit van het European University Institute in Italië. Het voert onderzoek uit naar migratie en mobiliteit op internationaal niveau. Het doel van de organisatie is om inzichten te bieden voor Europese en wereldwijde discussies over beleid ten aanzien van migratie.