Drie Vlaamse organisaties – ORBIT vzw, Broederlijk Delen en Welzijnsschakels – ondernamen een zoektocht naar verbindend communiceren over migratie en superdiversiteit. Deze maand publiceerden ze het online lexicon ‘Woorden in Beweging’.
Een jaar lang wisselden mensen met en zonder migratiegeschiedenis verhalen en ervaringen uit over woordgebruik bij het spreken en schrijven over migratie en superdiversiteit. Kritisch, open en met veel ruimte voor twijfel spraken we over de woorden die we gebruiken en de mogelijke gevolgen. Hoe spreek je over iemand met een migratiegeschiedenis? Welke woorden schuren? Waar komen gevoeligheden vandaan?
Het lexicon ‘Woorden in Beweging’ is het resultaat van deze zoektocht. Het reikt handvaten aan en geeft aanbevelingen voor het spreken en schrijven over bijvoorbeeld ‘vluchtelingen’, ‘illegalen’, ‘zwart en wit’. Daarnaast geeft het tips voor het omgaan met weerstand (‘Kan ik dan niks meer zeggen?’). Het lexicon is bedoeld voor vrijwilligers, achterban, medewerkers en bestuurders van middenveldorganisaties. Maar het is er ook voor burgers, buren en medemensen die genuanceerd over migratie en superdiversiteit willen communiceren. De makers presenteren het nadrukkelijk als een ‘tussenstop’: onze taal blijft immers altijd in beweging.
Woorden in Beweging kadert in het bredere Other Talk-project. Het lexicon is hier te downloaden. Vanaf midden juni kun je de gedrukte versie verkrijgen via orbitvzw.be. En hieronder vind je alvast een voorproefje:
1.
Iemands huidskleur, herkomst, nationaliteit of een reden van migratie hoeven we niet te vermelden als die informatie niets toevoegt aan wat we willen zeggen.
De Syriër aan de overkant is aan het verbouwen.
Mijn overbuur is aan het verbouwen.
Door iemand te benoemen als migrant, maak je een onderscheid tussen mensen. Meestal doet dat onderscheid er niet toe. Je plaatst mensen onnodig in hokjes.
2.
Geen idee wat we best over iemand zeggen? Dan vragen we aan de persoon zelf wat die nuttig en aangenaam vindt. Zo kan de persoon dat zelf bepalen.
Beste mensen, dit is Jihan. Zij komt uit Syrië, woont hier al 6 jaar en is al 5 jaar bij ons aan het werk.
Je mag me aankondigen als Jihan, expert in fiscaal recht en al 5 jaar werkzaam bij ons.
3.
Het woord migrant is op zich niet problematisch. Wij kiezen er wel voor om de nadruk te leggen op het menselijke of de verplaatsing die mensen maken.
Dit kan door omschrijvingen te gebruiken zoals mensen die migreren, mensen in beweging, mensen die verhuizen, mensen die onderweg zijn, mensen op doortocht of mensen die naar een ander land trekken.
4.
In de media en in de omgangstaal worden de termen asielzoeker en vluchteling soms door elkaar gebruikt of ingeruild. Uit onderzoek blijkt dat de term asielzoeker vaker op een negatieve manier in het nieuws komt dan de term (im)migrant of vluchteling.
Wegens de vaak negatieve bijklank van het woord asielzoeker spreken we liever over iemand – of een vluchteling – die bescherming aanvraagt of die op zoek is naar bescherming
5.
‘Ik moet zo letten op mijn taal dat ik soms niet eens meer iets durf te zeggen. Ik ben niet racistisch, maar soms wil ik wel eens dingen benoemen waar ik het moeilijk mee heb.’
In plaats van schrik te hebben bij een bepaalde woordkeuze kunnen we erover spreken. Wat voel jij als ik zo’n woord gebruik? Hoe zou jij het zeggen? Al zijn we het niet altijd volledig eens met elkaar, zo’n gesprek leidt wel tot inzichten en begrip. Tegelijkertijd tonen we dat we rekening houden met de meest kwetsbaren.