Buddy’s helpen nieuwkomers om te integreren in de samenleving. Ze wijzen de weg, ze helpen met het leren van de taal, ze zorgen voor nieuwe contacten en bevorderen in het beste geval het mentale welzijn van de inburgeraar.

Maar buddyprojecten worden niet vanzelf een succes, zegt de Vlaamse onderzoeker Gaëlle Mortier van het Hanna Arendt Instituut. Ze leidde een literatuuronderzoek naar de werking van buddyprojecten. Dat draaide voor een belangrijk deel om de vraag wat er nodig is om een buddytraject te laten slagen.

Kernrol voor professionals
Een cruciale succesfactor is de begeleiding van professionals. Professionals zijn verantwoordelijk voor de match en voor het trainen van buddy’s. Ze kunnen intervisiemomenten organiseren, waarin buddy’s onderling ervaringen uitwisselen. Professionals kunnen uitval vermijden en zorgen dat problemen en misverstanden tussen buddy’s en nieuwkomers snel worden opgelost.

Ook de relatie tussen buddy en nieuwkomer moet goed zitten. De nieuwkomer moet openstaan voor diversiteit. De buddyrelatie moet gebouwd zijn op wederkerigheid: een oprecht verlangen van zowel de buddy als de nieuwkomer om in de relatie te investeren. ‘Het kan niet van één kant komen’, aldus Mortier in een interview over het rapport.

Driehoeksverhouding
Een buddyrelatie is te beschouwen als een driehoeksverhouding tussen nieuwkomer, vrijwilliger en professional. In theorie hebben ze verschillende rollen, maar in de praktijk blijkt die taakverdeling vaak niet zo evident. “Een buddy is geen hulpverlener”, zegt Mortier, “maar de buddy dient zich toch enigszins te gedragen als een hulpverlener. Hij moet trainingen en vormingen doorlopen om over eenzelfde professionele attitude te beschikken.” Obstakels die hij tegenkomt, aldus Mortier, zijn hetzelfde als in het professionele veld. Ook krijgen vrijwilligers vaak vragen van nieuwkomers, over huisvesting en werk, die eigenlijk voor professionals bedoeld zijn. De rolverdeling tussen vrijwilliger en professional is volgens de onderzoeker dan ook een aandachtspunt.

Tot slot is het zaak om de verwachtingen van de buddyrelatie bescheiden te houden. Volgens Mortier gaat het in de regel niet om ‘spectaculaire concrete resultaten’, maar eerder om ‘kleine waardevolle uitkomsten’, zoals meer zelfvertrouwen en een positieve kijk op het leven.

Gaëlle Mortier, Stijn Oosterlynck en Peter Raeymaeckers, Sociale netwerking- en participatietrajecten met nieuwkomers als vierde pijler van het inburgeringsdecreet. Hanna Arendt Instituut