Is het zinvol om te werken met richtgetallen voor migratie? Daarover presenteerde de Adviesraad Migratie op 22 december het rapport ‘Advies Realisme rond richtgetallen: kansen en risico’s van streefcijfers en quota in het migratiebeleid‘.
Het rapport is gemaakt op verzoek van het kabinet, dat wil weten wat de voordelen en beperkingen zijn van het werken met richtgetallen. De conclusie van de Adviesraad, kort samengevat, is dat het werken met richtgetallen een positieve bijdrage kan leveren aan een meer toekomstgericht, samenhangend en maatschappelijk ingebed migratiebeleid. We vatten de hoofdlijnen hier voor jou samen.
Grip op migratie
Rond migratie is veel politieke en maatschappelijke discussie. Het beeld is ontstaan, aldus de onderzoekers, dat migratie ons overkomt en dat we er als samenleving geen grip op hebben. Dat heeft een negatieve invloed op de draagkracht van de samenleving. Vanuit deze achtergrond ontstond de vraag of richtgetallen wellicht kunnen helpen om het migratiebeleid te verbeteren, en om burgers het gevoel van grip op migratie te geven.
Het rapport gaat in op de vraag hoe de inzet van richtgetallen eruit zou kunnen zien, en wat de kansen en risico’s zijn wanneer je ze als overheid gebruikt. Het antwoord vond de Adviesraad via literatuuronderzoek, interviews en expertmeetings, landenstudies (Canada, Duitsland, Oostenrijk, Zweden) en academische verkenningen.
Zachte streefcijfers
De Adviesraad benadrukt dat richtgetallen nooit een doel op zich mogen zijn. Wanneer je cijfers gebruikt, dan moeten deze altijd in dienst staan van kwalitatieve beleidsdoelen. Daarbij is het type richtgetal van belang. Je kunt kiezen voor ‘harde’ quota met resultaatsverplichting, of voor ‘zachte’ streefcijfers met een inspanningsverplichting. De Adviesraad pleit voor ‘zachte’ streefcijfers, het liefst met een bandbreedte, die je kunt aanpassen wanneer de omstandigheden veranderen.
Niet voor asielzoekers
De Adviesraad maakt bovendien een scherp onderscheid tussen verschillende groepen migranten: asielzoekers, EU-burgers en mensen van buiten de EU. Voor elk van hen gelden andere juridische kaders. Over asielzoekers (12% van het totaal) zijn de opstellers duidelijk: het gebruik van richtgetallen voor deze migranten is zinloos en onwenselijk. Asielmigratie fluctueert sterk en de nationale overheid heeft hier weinig grip op. Wanneer de overheid hierop wil sturen, dan moet ze dat doen in EU-verband.
Anders is dat voor arbeidsmigratie (24% van het totaal). Bij arbeidsmigratie van binnen de EU heeft de overheid enige beleidsruimte. Zo kan de overheid met arbeidsmarkt- en bedrijvenbeleid de komst van bepaalde groepen arbeidsmigranten in bepaalde regio’s aanmoedigen of juist ontmoedigen. De meeste beleidsruimte is er bij arbeidsmigratie van buiten de EU: de overheid kan hier zelf de toelatingscriteria voor bepalen. De onderzoekers wijzen op het Canadees model. Dat werkt met een puntensysteem, gevoed door analyses van de arbeidsmarkt, demografische ontwikkelingen en consultaties van burgers.
Kansen en risico’s
Samenvattend ziet de Adviesraad zowel kansen als risico’s bij het gebruik van richtcijfers voor migratie. Kansen zijn dat de overheid beter kan sturen wanneer zij weet hoeveel en welke migranten naar ons land zullen komen. Streefcijfers kunnen bovendien ‘politieke rust’ creëren in de migratiediscussie. Daarnaast kunnen richtgetallen ertoe bijdragen dat burgers een gevoel van controle krijgen en migratie minder als een probleem gaan ervaren.
Een risico is dat de overheid zijn beloften niet kan waarmaken, bijvoorbeeld doordat zij onvoldoende beleidsruimte heeft om op migratie te sturen. Dan organiseert de overheid haar eigen teleurstelling en dreigt ze het vertrouwen van burgers weer kwijt te raken. Een ander risico is dat er een fixatie ontstaat op het behalen van aantallen, terwijl het onderliggende doel uit beeld raakt. Bij zachte streefcijfers is die risico aanmerkelijk minder dan bij harde quota.
Een belangrijke voorwaarde om de kansen te vergroten en de risico’s te verkleinen is het betrekken van burgers en uitvoeringsinstanties bij de totstandkoming van richtgetallen, zegt de Adviesraad. Anders worden de streefcijfers niet gezien als legitiem of haalbaar.
Wil je het rapport of de bijbehorende academische verkenningen downloaden? Klik dan hier.