In Nederland wordt opnieuw gedebatteerd over een wetsvoorstel om verblijf zonder papieren strafbaar te stellen. Wat maakt dat mensen het daarmee eens zijn? Dat was de onderzoeksvraag van Wieke Berger, masterstudent Conflict, Territories and Identity aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Ze voerde het onderzoek uit met behulp van OnMigration en geeft handvatten aan organisaties die de houding tegenover mensen zonder papieren willen veranderen.

Mensen met sterke nationalistische gevoelens vinden vaker dat illegaal verblijf strafbaar moet worden gesteld. Datzelfde geldt voor mensen die sterk hechten aan conformiteit: het voldoen aan sociale normen en verwachtingen. Steun voor deze maatregel is echter minder bij mensen die sterk hechten aan eerlijkheid en rechtvaardigheid.

Wieke Berger verzamelde de gegevens met een online enquête die werd verspreid via Facebook, Instagram, WhatsApp en email. In totaal vulden 110 mensen de enquête volledig in. Berger benadrukt dat het een relatieve kleine en niet-representatieve groep betreft, waardoor het niet mogelijk is om vergaande conclusies te trekken. Dat neemt niet weg, aldus Berger, dat maatschappelijke organisaties van deze uitkomsten kunnen leren.

Trots op een land waar niemand illegaal is

Mensen met sterk nationalistische gevoelens zijn eerder geneigd om het wetsvoorstel goed te keuren. Een eerste reflex is dan ook om deze gevoelens te onderdrukken. Maar organisaties zouden in plaats daarvan juist gebruik kunnen maken van nationalistische sentimenten, schrijft Wieke Berger: “Naar mijn mening hebben gevoelens van nationalisme te maken met de dingen waar je trots op bent dat je land doet. Mensen zijn vaak trots Nederlander te zijn omdat we worden gezien als een tolerant land, zoals het eerste land dat het homohuwelijk legaliseerde. Waarom kan het geen nationalistisch idee zijn dat we trots zijn Nederlander te zijn, omdat niemand in Nederland illegaal is om zijn bestaan, alleen om zijn misdaden?”

Zoals we het verachten dat mensen in andere landen illegaal zijn vanwege hun seksuele geaardheid, zo zou hetzelfde misschien kunnen gelden voor mensen zonder papieren: “Wat als we deze voorbeelden met elkaar verbinden en de boodschap verspreiden dat niemand in dit land, inclusief migranten zonder papieren, illegaal is vanwege wie ze zijn”, aldus Berger. “Laten we trots zijn op een natie waar niemand illegaal is en gebruik maken van dit positieve nationalistische gevoel.” Dit zou kunnen worden bereikt door het gebruik van posters of ander visueel materiaal dat de vergelijking trekt. Of materiaal waarin mensen hun trots op Nederland uiten, omdat niemand hier illegaal is.

Inburgeringscursus

Een vergelijkbare route geldt voor het benaderen van mensen die sterk hechten aan conformiteit: het voldoen aan sociale normen en verwachtingen. Een goede inburgeringscursus voor mensen zonder papieren zou het probleem wellicht kunnen oplossen, aldus Berger, “omdat mensen niet eerder de kans hadden gehad om zich sociale normen eigen te maken en daarmee te voldoen aan de sociale verwachtingen die Nederlanders hebben.” Via een inburgeringscursus kunnen zij verbinding maken met de Nederlandse samenleving en beter integreren, schrijft Berger. “De bal ligt echter bij de instellingen die verantwoordelijk zijn voor de cursussen, evenals bij de overheid, die verantwoordelijk is voor de wetgeving.”

Een derde kans ligt er bij de morele pijler ‘rechtvaardigheid’. Mensen die sterk hechten aan rechtvaardigheid, eerlijkheid en vertrouwen zijn minder bereid zijn om strafbaarstelling van ongedocumenteerd verblijf te steunen. Het ligt voor de hand dat maatschappelijke organisaties deze morele waarden proberen te versterken. Verder onderzoek is nodig, aldus Wieke Berger, om aan te tonen welke teksten en beelden daarbij kunnen helpen. In elk geval lijkt er een rol weggelegd voor het bevorderen van wederzijdse ontmoeting. Wieke Berger: “Het is moeilijk om iemand te vertrouwen die je nog nooit hebt ontmoet. Onbekend maakt onbemind. Naar mijn mening is het opbouwen van een vertrouwensrelatie tweerichtingsverkeer, en dat vereist samenwerking. Dit kan gebeuren op het werk, in de buurt of tijdens het vrijwilligerswerk.” Een probleem hier is echter dat migranten zonder papieren uitgesloten zijn van veel aspecten van de samenleving. Ze missen daardoor tal van kansen om met Nederlanders om te gaan en samen te werken. Organisaties zouden zich actief kunnen inzetten om meer mensen in Nederland in contact te laten komen met migranten zonder papieren.

Je kunt hier het hele onderzoek van Wieke Berger lezen. Haar scriptie werd beoordeeld met een fraaie 8.

Beeld: Andrius Banelis