Nederland krijgt naar verwachting een kabinet dat vol gaat inzetten op het tegenhouden van vluchtelingen en het verminderen van migratie. Wat betekent dit voor ons werk? Waar liggen onze mogelijkheden om het gesprek over migratie te beïnvloeden en het draagvlak voor vluchtelingenopvang te vergroten?

Rond die vragen organiseerden we op dinsdag 16 januari om 12 uur een online meetup. Dat deden we met Ron van Wonderen, onderzoeker aan het Verwey Jonker Instituut en met Merlijn Stoffels, teamleider marketingcommunicatie bij VluchtelingenWerk Nederland.

Socioloog Ron van Wonderen nuanceerde het idee dat Nederland zich massaal tegen de komst van vluchtelingen heeft gekeerd. De meeste Nederlanders staan nog altijd achter de opvang van vluchtelingen, alleen de toon van het gesprek is verhard. De houding tegenover migratie is bovendien niet statisch, zegt Van Wonderen, maar hangt samen met allerlei factoren. Waar komen ze vandaan? Zijn het gezinnen of alleenstaande mannen? Wordt de veiligheid in de buurt goed gewaarborgd?

Aanknopingspunten

Daar zitten volgens Van Wonderen ook aanknopingspunten voor overheden en maatschappelijke organisaties. Als voorbeeld noemt hij Plan Einstein in Utrecht Overvecht, waar de bevolking zich in aanvankelijk sterk tegen de komst van Syrische asielzoekers keerde. Achter die weerstand zat vooral het bezwaar dat de gemeente te weinig deed voor de buurt. De locatie biedt inmiddels plek aan cursussen en activiteiten voor zowel asielzoekers als buurtbewoners.

Er zijn meer inspirerende initiatieven. Zo vertelde Merlijn Stoffels van VluchtelingenWerk over de Feiten of fabels-campagne van vijf samenwerkende organisaties. De campagne startte na de val van het vorige kabinet, met het doel misinformatie over vluchtelingen en asielzoekers te bestrijden. Via een website konden deelnemers een informatieve quiz doen. En tijdens de verkiezingsdebatten waren medewerkers van deze organisaties actief om misinformatie direct te debunken.

Rustige toon

De campaigners bemoeiden zich ook actief met de gesprekken op sociale media. Ze merkten dat veel posts aanvankelijk felle tegenreacties opriepen, maar dat de reacties in de loop van het gesprek genuanceerder werden. Het geven van feitelijke informatie, op een rustige en niet-oordelende manier, hielp daarbij.

De campagne richtte zich vooral op doelgroepen links en rechts van het politieke midden. Maar volgens Stoffels was het moeilijk om de groep aan de rechterkant te bereiken. In een vervolgonderzoek hoopt VluchtelingenWerk meer zicht te krijgen op wat er nodig is om ook met deze groep contact te maken.

Kijk de presentaties terug via deze link.